Taken van de leerkracht
Tijdens een GiWW neemt de leerkracht heel wat taken op zich. Binnen het kader van de basiscompetenties van elke leerkrachten bespreken we hieronder vijf taken uitgebreid.
1. De leraar als OPVOEDER (FG2)
Tijdens een GiWW is de leerkracht 24 uur op 24 verantwoordelijk voor de kinderen. Binnen deze competentie moet de leerkracht dus extra taken opnemen. Als leerkracht geef je waarden en normen door. Op avonturenklas kregen de leerlingen veel verantwoordelijkheid en leerden op die manier zelfstandig werken. De leerkracht moet ook zorgen voor een goed klimaat. Alle leerlingen moeten zich goed voelen in de groep om optimaal te kunnen leren en genieten van deze periode. De leerkracht als opvoeder werkt dus ook aan vaardigheden en waarden zoals samenwerking, oplossingsgericht werken en respect.
2. De leraar als INHOUDELIJK EXPERT (FG3)
In een klascontext is het al heel moeilijk om op alle vragen voorbereid te zijn. Tijdens een OLK is deze opgave zo goed als onmogelijk. Tijdens een wandeling of activiteit kunnen onverwachte vragen opduiken. De leerkracht moet dus over een brede kennis beschikken om op deze vragen te kunnen antwoorden. Opzoekingswerk vooraf (bijvoorbeeld over de Hare Krishna) kan de leerkracht hierbij helpen.
3. De leraar als ORGANISATOR (FG4)
3 begeleiders en 44 kinderen. Dat vraagt een hele voorbereiding! Om alles in goede banen te leiden moet de leerkracht een goede organisator zijn. Hieronder een opsomming van enkele taken:
- contact opnemen met LPM
- treinen reserveren
- bagage terplaatse krijgen
- de route uitstippelen en bepalen om welk uur we vertrekken
- brieven tijdig verspreiden om de ouders op de hoogte te houden
- het weekprogramma opstellen
- de dagindeling bepalen (vb. hoeveel tijd hebben we nodig om op de activiteit te geraken? Hoe lang kunnen we de leerlingen dan laten rusten? Wat doen we in tussentijd?...)
- naar aanloop van de GiWW lessen geven die verband houden met de doelen die daar bereikt moeten worden
- het benodigde materiaal verzamelen
- ...
Deze lijst in onuitputtelijk. De leerkracht heeft voor, tijdens en na een GiWW steeds een to do lijst in zijn hoofd. Om alles vlot te laten verlopen moet de leerkracht als organisator een zeer goede voorbereiding kunnen treffen, terplaatse flexibel zijn en snel oplossingen kunnen bedenken en zichzelf achteraf in vraag kunnen stellen om problemen de volgende keer beter aan te pakken/te vermijden.
4. De leraar als PARTNER VAN OUDERS (FG6)
Als ouder geef je je kind voor 5 dagen in handen van de school. Uiteraard verwacht je dan dat alles goed verloopt. Daarom is het belangrijk om de ouders te betrekken. Op voorhand krijgen de ouders een brief mee met daarin de afspraken, bagagelijst,... De vrijdag voor het vertrek wordt nog een herinneringsbrief meegegeven. Tijdens de avonturenklas zelf kunnen de ouders de leerkrachten niet bellen. Voor dringende zaken kunnen ze contact opnemen met de directeur die dan de leerkrachten op de hoogte stelt. Wel kunnen ze de avonturen van hun kinderen op de voet opvolgen via facebook en de weblog. Bij dringende wijzigingen wordt geprobeerd om de ouders via zoveel mogelijk kanalen op de hoogte te stellen. Tijdens de terugreis was een trein afgeschaft. Daardoor zouden we met meer dan één uur vertraging aan komen op school. Via mail, telefoon, sms, facebook,... werden de ouders op de hoogte gebracht.
5. De leraar als PARTNER VAN EXTERNEN (FG8)
Tijdens de avonturenklas wordt samengewerkt met meerdere externen. Ruim op voorhand wordt contact opgenomen met LPM. In samenspraak wordt het programma bepaald. Aangezien er veel scholen samenwerken met LPM wordt er enige flexibiliteit verwacht. Bij aankomst in Durbuy werd het programma nog aangepast. Naast deze organisatie werd er ook samengewerkt met de NMBS. De leerkrachten reserveerden treinen zodat de reis vlot kon verlopen. De bagage werd apart gebracht met een auto en aanhangwagen. Ook hiervoor werd dus samengewerkt met een externe.
Tijdens een GiWW is de leerkracht 24 uur op 24 verantwoordelijk voor de kinderen. Binnen deze competentie moet de leerkracht dus extra taken opnemen. Als leerkracht geef je waarden en normen door. Op avonturenklas kregen de leerlingen veel verantwoordelijkheid en leerden op die manier zelfstandig werken. De leerkracht moet ook zorgen voor een goed klimaat. Alle leerlingen moeten zich goed voelen in de groep om optimaal te kunnen leren en genieten van deze periode. De leerkracht als opvoeder werkt dus ook aan vaardigheden en waarden zoals samenwerking, oplossingsgericht werken en respect.
2. De leraar als INHOUDELIJK EXPERT (FG3)
In een klascontext is het al heel moeilijk om op alle vragen voorbereid te zijn. Tijdens een OLK is deze opgave zo goed als onmogelijk. Tijdens een wandeling of activiteit kunnen onverwachte vragen opduiken. De leerkracht moet dus over een brede kennis beschikken om op deze vragen te kunnen antwoorden. Opzoekingswerk vooraf (bijvoorbeeld over de Hare Krishna) kan de leerkracht hierbij helpen.
3. De leraar als ORGANISATOR (FG4)
3 begeleiders en 44 kinderen. Dat vraagt een hele voorbereiding! Om alles in goede banen te leiden moet de leerkracht een goede organisator zijn. Hieronder een opsomming van enkele taken:
- contact opnemen met LPM
- treinen reserveren
- bagage terplaatse krijgen
- de route uitstippelen en bepalen om welk uur we vertrekken
- brieven tijdig verspreiden om de ouders op de hoogte te houden
- het weekprogramma opstellen
- de dagindeling bepalen (vb. hoeveel tijd hebben we nodig om op de activiteit te geraken? Hoe lang kunnen we de leerlingen dan laten rusten? Wat doen we in tussentijd?...)
- naar aanloop van de GiWW lessen geven die verband houden met de doelen die daar bereikt moeten worden
- het benodigde materiaal verzamelen
- ...
Deze lijst in onuitputtelijk. De leerkracht heeft voor, tijdens en na een GiWW steeds een to do lijst in zijn hoofd. Om alles vlot te laten verlopen moet de leerkracht als organisator een zeer goede voorbereiding kunnen treffen, terplaatse flexibel zijn en snel oplossingen kunnen bedenken en zichzelf achteraf in vraag kunnen stellen om problemen de volgende keer beter aan te pakken/te vermijden.
4. De leraar als PARTNER VAN OUDERS (FG6)
Als ouder geef je je kind voor 5 dagen in handen van de school. Uiteraard verwacht je dan dat alles goed verloopt. Daarom is het belangrijk om de ouders te betrekken. Op voorhand krijgen de ouders een brief mee met daarin de afspraken, bagagelijst,... De vrijdag voor het vertrek wordt nog een herinneringsbrief meegegeven. Tijdens de avonturenklas zelf kunnen de ouders de leerkrachten niet bellen. Voor dringende zaken kunnen ze contact opnemen met de directeur die dan de leerkrachten op de hoogte stelt. Wel kunnen ze de avonturen van hun kinderen op de voet opvolgen via facebook en de weblog. Bij dringende wijzigingen wordt geprobeerd om de ouders via zoveel mogelijk kanalen op de hoogte te stellen. Tijdens de terugreis was een trein afgeschaft. Daardoor zouden we met meer dan één uur vertraging aan komen op school. Via mail, telefoon, sms, facebook,... werden de ouders op de hoogte gebracht.
5. De leraar als PARTNER VAN EXTERNEN (FG8)
Tijdens de avonturenklas wordt samengewerkt met meerdere externen. Ruim op voorhand wordt contact opgenomen met LPM. In samenspraak wordt het programma bepaald. Aangezien er veel scholen samenwerken met LPM wordt er enige flexibiliteit verwacht. Bij aankomst in Durbuy werd het programma nog aangepast. Naast deze organisatie werd er ook samengewerkt met de NMBS. De leerkrachten reserveerden treinen zodat de reis vlot kon verlopen. De bagage werd apart gebracht met een auto en aanhangwagen. Ook hiervoor werd dus samengewerkt met een externe.